Skip to Content
Terug naar het overzicht

In 2016 werd in Nederland eindelijk – als één van de laatste landen van Europa – het VN-verdrag Handicap getekend. Daarmee moest een einde komen aan het onderscheid tussen mensen met en zonder handicap. Moést inderdaad, want ruim 5 jaar later zijn we nog bar weinig opgeschoten, wijst onderzoek na onderzoek uit.

Fantaseer even mee: Je bus draait de bocht om en je begeeft je alvast naar de deur. Maar terwijl je aanstalten maakt om uit te stappen, zie je al dat je met geen mogelijkheid de bus uit komt. Ontoegankelijke halte. Of je even twee stops verder mee wilt rijden en 10 minuten terug wilt rollen.

Of je bent uit eten met vrienden en zoekt het toilet op. Een invalidentoilet? Hebben ze! Maar de deur gaat naar binnen open en kan met jou in het hokje niet meer dicht. Shit. Daar zit je dan, in het volle zicht… Het zijn scenario’s die rollers dagelijks meemaken.

“Of je even twee haltes verder mee wilt rijden”

De wil is er

Op incidentele schaal wil men wel: restauranthouders die hun gebouw een toegankelijke make-over geven, evenementen die het roer omgooien of architecten die de kneep van het toegankelijk bouwen beheersen. Maar het blijft leunen op de welwillendheid van individuen. Landelijk bezien doen mensen met een handicap met de dag minder mee. Werken, studeren, openbaar vervoer of een dagje uit: voor veel mensen met een beperking blijkt het onhaalbaar of op z’n minst een hoop gedoe.

”Hoe kan een verdrag dat landelijk getekend is zo weinig impact maken?”

Toegankelijkheid in cijfers

Het rapport Onbeperkt Meedoen! over de naleving van het VN-verdrag gaf vorig jaar al een somber beeld: nog geen 50% van de bushaltes is toegankelijk voor mensen met een beperking, slechts 66% van de mensen met een handicap die kunnen werken, hebben ook daadwerkelijk betaald werk en een gênante 4% van de overheidswebsites voldoet aan de huidige toegankelijkheidseisen. Hoe kan een verdrag dat landelijk getekend is zó weinig impact maken?

Facultatief protocol

Eén van de problemen zit hem in dat ene onderdeel dat het rijk niet wilde tekenen: het Facultatieve Protocol. Dit protocol maakt het mogelijk om schendingen voor te leggen aan het VN-comité. Daarnaast kent ons land geen boetes indien niet aan de inclusie-eisen wordt voldaan. En zonder controle of sancties… Tja, wat heeft een akkoord dan eigenlijk voor zin?

”Ik geloof niet dat de mensen snappen wat een inclusieve samenleving is”

Mark, vijftiger en rolstoelgebruiker, herkent dit verschil tussen woorden en daden: “Er wordt geroepen vanuit Den Haag: ‘Jullie moeten meedoen en jullie moeten mee kunnen doen.’ Ook hier in mijn woonplaats wordt heel hard geroepen over een inclusieve samenleving. Alleen geloof ik niet dat de mensen snappen wat een inclusieve samenleving is, als je minder mobiel bent.”
65% onvoldoende

Spot On Stories deed deze zomer onderzoek naar de toegankelijkheid in Nederland. Hun oordeel: de maatschappij is volgens 65 procent van de respondenten onvoldoende toegerust op mensen met een handicap. Vooral het ontbreken van toegankelijke toiletten, het busvervoer en de overheid scoren laag. Maar eigenlijk is alles ver ondermaats: van steile trappen en onbegaanbare stoepen tot onleesbare menukaarten en slecht ingerichte bioscopen.

”De wereld is een attractiepark, maar elke keer kun jij er niet in”

Of zoals Jeanette Chedda het omschrijft in een interview met Pointer: “De wereld is een attractiepark, maar elke keer kun jij er niet in. Terwijl de rest in de attracties zit, mag jij tussen de tassen wachten.”

Uitzondering

Toegankelijkheid nu nog uitzondering

Toegankelijkheid nu nog uitzondering

“Toegankelijkheid is nu nog uitzondering in plaats van regel. Daardoor zitten veel mensen met een handicap zonder werk, gaan ze naar aparte scholen en worden ze buitengesloten van sociale activiteiten. Zo verliezen ze de mogelijkheid om samen met anderen te zijn, te leven en te genieten. Terwijl dat niet nodig is en zeker niet van deze tijd.” – Jeroen van de Koppel, HandicapNL.

”Toegankelijkheid is nu nog uitzondering in plaats van regel”

Hoopvolle ontwikkelingen

Gelukkig zijn er ook sectoren met goede ontwikkelingen: zo nemen steeds meer festivals hun toegankelijkheid écht serieus. De laatste Dutch Grand Prix was volledig toegankelijk en veel andere evenementen staan klaar om zich aan te sluiten bij de beweging #OnbeperktFeest – wat langer op zich liet wachten vanwege de coronamaatregelen. Daarnaast sluiten meer en meer muziekverenigingen zich aan bij Music Unlimited. Beide programma’s gaan uit van HandicapNL.

DGP afgelopen jaar wel toegankelijk

DGP afgelopen jaar wel toegankelijk

”Laten we zelf het verschil blijven maken”

Ook de dagattracties zien steeds vaker de doelgroep die ze laten liggen: de community Toegankelijke Recreatie, omvat veel grote pretparken, dierentuinen en musea. En werkgevers kennen steeds vaker een actief inclusie-beleid, zoals ABN AMRO Bank, Ictoria en Vodafone Ziggo.

In de politiek, de plek waar beslissingen worden genomen over beleid, zijn mensen met een handicap ook ondervertegenwoordigd. Het ‘Actieplan politieke ambtsdragers met een beperking’ moet dit gaan veranderen. Ervaren ambassadeurs gaan mensen met een beperking helpen om hun politieke en bestuurlijke participatie te vergroten.

Op lokaal niveau zijn er steeds meer VN-ambassadeurs die in hun regio streven naar een toegankelijke samenleving. Dit doen ze door lokale overheden en anderen te wijzen op het VN-verdrag en de verplichtingen die daaruit voortvloeien.

Voorbeeld doet volgen

Daar waar verandering op overheidsniveau langzaam voortsleept, hebben veel sectoren in coronatijd laten zien hoe razendsnel ze kunnen schakelen. En koplopers hebben nu eenmaal een enorme voorbeeldfunctie voor hun sector. Dus laten we zelf het verschil blijven maken en aan de rest van de branche – én de overheid – laten zien hoe het ook kan. Of liever: hoe het ook moét. Want een toegankelijke samenleving is geen schemerig streven. Het is een grondrecht.


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top