Skip to Content
Terug naar het overzicht

‘Ik ben gewoon naar de pastor gestapt,’ vertelt een moeder van een gehandicapt kind. ‘Niet omdat ik zo gelovig ben, maar omdat de katholieke school bij ons in de buurt het gore lef had om mijn kind te weigeren. ‘Staat er niet ergens in de bijbel dat Jezus zei: “Laat alle kinderen tot mij komen?” vroeg ik hem. De pastor gaf mij gelijk, stapte naar de school en mijn kind kon er terecht.’

Samen opgroeien is socialer worden

Deze moeder en deze pastor hebben het begrepen: gehandicapte kinderen moeten samen met niet-gehandicapte kinderen naar school, samen met hen leren en samen met hen opgroeien. Behalve dan misschien kinderen met bepaalde handicaps voor wie het onomstotelijk voorspelbaar is dat het hen echt geen goed doet en voor wie speciaal onderwijs moet blijven bestaan. Pas dan leren kinderen met een handicap dat ze gewoon middenin de samenleving thuishoren en dat ze er mogen zijn zoals ze zijn. ‘Zoals God hen bedoeld heeft,’ zou de pastor vermoedelijk zeggen.

Wat veel mensen niet zien, is dat gehandicapte kinderen juist op een reguliere school – tussen niet-gehandicapte leeftijdgenoten - leren om met hun handicap om te gaan. Juist daar moeten ze zich weren tegen kinderen die (nog) niets van handicaps begrijpen, doordat het bestaan daarvan thuis – hopelijk onbewust - wordt verzwegen. Juist daar moeten ze hun eigen manier zien te vinden om mee te doen met de rest. Juist daar moeten ze leren om hun plek te verwerven in de (kinder)gemeenschap. Dit zijn vaardigheden die zij later in de volwassen samenleving hard nodig hebben, maar die ze op een school voor speciaal onderwijs niet gauw zullen opdoen omdat kinderen op zo’n school vaak erg worden beschermd.

Kinderen die geen handicap hebben, hebben er op hun beurt ook baat bij als ze op school opgroeien met gehandicapte kinderen. Spelenderwijs leren zij dat het niet vanzelfsprekend is dat iedereen kan lopen, kan zien, kan horen, moeiteloos kan  praten, een goede handfunctie heeft en een algemeen geaccepteerd denkniveau. Tegelijkertijd leren ze dat dat niet erg is; dat je best lol kunt hebben, al heb je een handicap en dat je best samen kunt werken, vrienden kunt zijn of verkering kunt hebben met iemand die gehandicapt is. Dit is een ervaring die hun later in de volwassen samenleving goed van pas kan komen, als ze met tegenslagen te maken krijgen of wellicht zelf een handicap krijgen. Want we steken er onze hoofden liever voor in het zand, maar echt iedereen heeft kans om op een gegeven moment een handicap te krijgen.

Daarbij zullen kinderen die op school met gehandicapte leeftijdgenoten zijn opgegroeid, het als volwassenen niet vreemd vinden om samen te werken en rekening te houden met gehandicapte mensen. Dat zal de sociaal-maatschappelijke kansen van gehandicapte mensen alleen maar vergroten. Is dat niet precies wat we willen?

Wie alle voordelen eens goed op een rijtje zet, zal al gauw achter zijn oren krabben over de vraag waarom niet elke ouder en niet elke school groot voorstander is van een gezonde mix van kinderen met allerlei soorten handicaps en niet-gehandicapte kinderen. De mensheid kan er alleen maar socialer van worden!

Gevraagd: sociaal flexibele leerkrachten en schoolbesturen

Kinderen zullen weinig moeite hebben met een school van kinderen met handicaps en kinderen zonder handicaps, wat tegenwoordig inclusief onderwijs wordt genoemd. Kinderen zijn nog onbevangen en accepteren wat ze tegenkomen doorgaans zoals het is. Sommige dingen zullen ze leuk vinden. Lessen in gebarentaal bijvoorbeeld en het feit dat er van elk kind – dus óók van een gehandicapt kind - verwacht wordt dat het andere kinderen helpt, al is het laatstgenoemde erg afhankelijk van hoe het wordt gebracht.

Van andere dingen zullen kinderen vreselijk balen, bijvoorbeeld als duidelijk wordt dat er van het ene kind méér getolereerd wordt dan van het andere. Maar balen is iets wat bij het leven hoort en ook hiervoor geldt wat altijd geldt als je met kinderen werkt: als je hen goed uitlegt waarom het ene kind meer mag dan het andere, zullen ze het begrijpen en accepteren.

Voor leerkrachten en schoolbesturen zal de overstap naar inclusief onderwijs een ingrijpende omschakeling zijn. Er wordt van hen verwacht dat ze vooral kinderen  gaan begeleiden bij het leren van en met elkaar. Dat vraagt creativiteit en inlevingsvermogen in wat de kinderen later in een optimaal inclusieve samenleving nodig zullen hebben.

Nieuwe schoolvakken: gebarentaal bijvoorbeeld

Zo zal iedereen moet inzien dat nieuwe schoolvakken onontbeerlijk zijn in een inclusieve school. Eén van die vakken werd al genoemd: les in gebarentaal. Het mag duidelijk zijn dat dit schoolvak in het licht van inclusief onderwijs absoluut noodzakelijk is en vanaf groep 0 op het rooster moet staan omdat dove kinderen anders onmogelijk kunnen communiceren. Zo zullen er meer vakken noodzakelijk blijken en het zal een taak van de leerkrachten zijn om die vakken te definiëren en te indiceren. Schoolbesturen zullen er vervolgens voor moeten zorgen dat die nieuwe schoolvakken gefaciliteerd kunnen worden. De expertise van het speciaal onderwijs kan hierbij van grote waarde zijn en moet zeker worden beproefd.

Daarnaast zal het begeleiden van kinderen bij het begrip hebben voor elkaar, het elkaar helpen en het van en met elkaar leren, een belangrijke taak voor de leerkrachten zijn. Al eerder werd genoemd dat kinderen een goede uitleg moeten krijgen van waarom er van het ene kind meer getolereerd wordt dan van het andere kind. Voor wie het nog niet begreep: het gaat hier over kinderen met gedragsstoornissen versus kinderen met ‘normale’ gedragspatronen. De leerkracht zal – waar mogelijk samen met het betreffende kind -  aan de kinderen moeten uitleggen wat de gedragsstoornis inhoudt en wat het kind nodig heeft. Zodra dat de kinderen duidelijk is zullen ze – binnen de kaders die bij hun leeftijd en ontwikkelingsfases passen – alle begrip hebben.

Logischerwijs zijn er ook kinderen die alleen vanwege een lichamelijke handicap wat hulp van anderen nodig hebben. Voor bepaalde hulpvragen – zoals hulp bij naar de wc gaan -  zal professionele hulp nodig zijn, maar veel hulpvragen kunnen gemakkelijk door kinderen onderling opgelost worden. Leerkrachten kunnen dit bevorderen door gehandicapte kinderen te stimuleren om aan andere kinderen uit te leggen welke hulp ze nodig hebben. Ook dat zijn vaardigheden die ze later als volwassenen nodig hebben.

Deze bijkomende uitleg- en stimuleringstaken klinken veelomvattend, maar in praktijk zal aan dit soort taken vooral aan het begin van een schooljaar aandacht moeten worden besteed. Als kinderen eenmaal weten hoe het zit, zullen ze elkaar eraan blijven herinneren en is er waarschijnlijk alleen soms nog een ‘opfrisgesprekje’ nodig.

Als je vindt dat gehandicapten in de samenleving thuishoren

Misschien wordt het voorstel in dit artikel te duur en te complex gevonden. Bedenk dan eens wat de essentie van onderwijs moet zijn. Is dat niet het voorbereiden van alle kinderen op een volwaardig leven in de samenleving? Horen mensen met handicaps niet gewoon in die samenleving thuis en hoort daar niet bij dat iedereen met dat gegeven kan omgaan? Als het antwoord op deze vragen ‘ja’ is, kun je er gewoonweg niet omheen dat gehandicapte kinderen en kinderen zonder handicap samen naar school gaan en dat het onderwijs dus echt inclusief moet worden.


0 mensen hebben gereageerd

Alles over rollen

Zoeken
Back to top